Wie verleidt de kiezer in het midden?

Uit de I&O Research-peiling van juli, waarin PvdA/GroenLinks en VVD virtueel aan kop gingen, bleek dat er nog veel onzekerheid heerst onder het electoraat. Ruim een vierde van de kiezers die willen gaan stemmen hebben nog geen voorkeurspartij. Uit deze analyse blijkt dat dit relatief veel kiezers betreft die zichzelf rekenen tot het politieke midden. Als Pieter Omtzigt aan de verkiezingen deel zal nemen kan hij een groot deel van deze kiezersgroep naar zich toe trekken. Zo nee, is de kans aanwezig dat PvdA/GroenLinks, VVD en BBB ook onder deze groep door zullen groeien.
03 augustus 2023 | Asher van der Schelde
Wie verleidt de kiezer in het midden?

Uit de laatste peiling (dataverzameling liep van 14 tot en met 17 juli) van I&O Research bleek dat we een spannende verkiezingscampagne tegemoet gaan. Vooralsnog kunnen de gecombineerde PvdA/GroenLinks-lijst (28) en de VVD (25) op de meeste virtuele zetels rekenen. Daarachter volgen BBB (21) en PVV (15).

Ook werd duidelijk dat er nog veel onzekerheid heerst onder het electoraat. Ruim een kwart (28%) van de kiezers die van plan zijn te gaan stemmen heeft nu nog geen voorkeurspartij. Van degenen die wel een voorkeur heeft is een vijfde (22%) helemaal zeker van zijn of haar stem. Dat betekent dat slechts zestien procent (72% * 22%) van het totale electoraat is ‘geland’. Oftewel, het politieke speelveld ligt open.

Onzekerheid bevindt zich vooral in het politieke midden
We vroegen kiezers zichzelf in te delen op een schaal van 1 tot 10 waarbij 1 ‘uiterst links’ betekent en 10 ‘uiterst rechts’. In deze analyse maken we opdeling tussen linkse (1-4), midden (5-6) en rechtse kiezers (7-10). De groepen zijn van vergelijkbare grootte: 26 procent is links, 27 procent behoort tot de middengroep terwijl 34 procent als rechts wordt beschouwd. Dertien procent weet niet waar zij zichzelf moeten indelen of vinden de termen ‘links’ en ‘rechts’ onzinnig. Deze laatste groep houden wij in deze analyse grotendeels buiten beschouwing.

Een nadere blik op de data leert ons dat de electorale onzekerheid zich vooral in het politieke midden bevindt. Waar driekwart (73%) van de linkse en van de rechtse kiezers momenteel een partijvoorkeur heeft, geldt dit voor slechts 57 procent van de kiezers in het midden. Tijdens voorgaande verkiezingen stemde deze kiezersgroep overigens net zo vaak als linkse en rechtse kiezers. Kortom: daar valt een hoop te halen voor partijen.

Geen enkele partij weet substantieel deel middenkiezer naar zich toe te trekken
Onderstaande tabel illustreert de stemintentie van de drie kiezersgroepen (links, midden en rechts). Hierbij zijn alleen de kiezers meegenomen die op het moment van de dataverzameling een voorkeurspartij hebben.

Duidelijk is dat de combinatie PvdA/GroenLinks er nu in slaagt de linkse kiezer te trekken. Bijna de helft van deze kiezersgroep neigt nu naar deze combinatie. De Partij voor de Dieren volgt daarna op 13 procent. Op rechts zijn vooral VVD (28%), PVV (19%) en BBB in trek (16%).

In het midden lijkt de strijd het meest open te liggen. BBB is nu het meest populair, maar weet met 16 procent een relatief klein aandeel van deze groep aan zich te binden. Ook VVD (13%), D66 (11%) en PvdA/GroenLinks (10%) spreken een deel van deze kiezersgroep aan.

Coalitie lijkt gunst van de middenkiezer te verliezen
Voor kiezers in het politieke midden waren de coalitiepartijen (VVD, CDA, D66, CU) de afgelopen twee verkiezingen de meest logische keuze. Gezamenlijk konden zij rekenen op een duidelijke meerderheid van degenen die zichzelf beschouwen als centristisch. Het lijkt er dit moment niet op dat dit bij de aankomende Tweede Kamerverkiezingen weer gaat gebeuren. Van de middenkiezers met een partijvoorkeur neigt dertien procent nu naar VVD (was 20% bij TK’21), elf procent naar D66 (was 22%), zeven procent naar de ChristenUnie (was 5%) en slechts zes procent naar het CDA (was 15%). Een kwart van de middenkiezers wijkt nu uit naar links (PvdA/GL, SP, PvdD, Volt) of rechts (BBB,PVV, FvD, JA21, SGP). Beide stromingen zitten daarmee in de lift ten opzichte van voorgaande verkiezingen.

Omtzigt kan groot deel politieke midden naar zich toetrekken
Ook Pieter Omtzigt kan natuurlijk nog een rol van betekenis gaan spelen. Het is echter nog niet bekend of, en in welke vorm, Omtzigt mee zal doen aan de verkiezingen.  Uit de peiling van juli bleek dat de voormalig CDA’er potentieel 46 zetels zou kunnen winnen als hij meedoet met een eigen partij. Uit onderstaande tabel blijkt dat hij die kiezers voornamelijk trekt vanuit het midden, al is hij ook relatief populair onder linkse en vooral rechtse kiezers.

Omtzigt en Yesilgöz volgens middenkiezer meest premier-waardig, Timmermans daar vlak achter
Het heeft er dus alle schijn van dat middenkiezers hun keuze voorlopig laten afhangen van de beslissing van Pieter Omtzigt. Als Omtzigt besluit om niet mee te doen, of slechts in een beperkt aantal kieskringen, is de kans groot dat middenkiezers toch gemobiliseerd worden door de drie partijen die nu aan kop gaan in de peiling: PvdA/GroenLinks, VVD en BBB. Het zou immers kunnen dat er een twee- of driestrijd ontstaat waarbij ook kiezers in het midden zich gedwongen voelen om kleur te bekennen. Bovendien geven vier op vijf middenkiezers geven aan dat zij de versplintering in de Tweede Kamer zien als groot probleem. Een keuze voor een relatief grote partij lijkt daarmee voor de hand liggend. Ook de PVV zou zich bij deze partijen kunnen voegen, maar is voor heel weinig kiezers in het midden een aantrekkelijk alternatief.

Of middenkiezers daadwerkelijk uitwijken naar een van deze opties zal in sterke mate afhangen van de lijsttrekkers die naar voren zullen worden geschoven. Op dit moment lijkt het erop dat Dilan Yesilgöz de lijsttrekker wordt van VVD en Frans Timmermans van de combinatie PvdA/GroenLinks. BBB-voorvrouw Caroline van der Plas liet onlangs weten liever een andere premierskandidaat te vinden, maar zal de deze functie zelf op haar nemen als dit niet lukt.

Van deze politici vroegen we kiezers of zij hen betrouwbaar achten als minister-president. De helft (50%) van de Nederlanders ziet Yesilgöz als een betrouwbare premier, dat is nipt minder dan het percentage voor Omtzigt (56%). Timmermans scoort lager (39%) en Van der Plas geniet het vertrouwen van drie op tien kiezers. Als we uitsplitsen naar de groepen zien we dat linkse kiezers Timmermans en Omtzigt prefereren terwijl rechtse kiezers Yesilgöz en Omtzigt het meest betrouwbaar achten. Kiezers in het midden zijn opnieuw verdeeld: ongeveer de helft ziet Yesilgöz en Omtzigt als betrouwbaar maar Timmermans zit daar niet ver achter met 43 procent.

D66 is op dit moment onder middenkiezers (11% heeft voorkeur voor D66) ongeveer net zo populair als PvdA/GL (10%). Rob Jetten, de beoogde nieuwe lijsttrekker van de sociaalliberalen, wordt door 27 procent van alle kiezers als een betrouwbare premier ingeschat. Onder middenkiezers is dit percentage vergelijkbaar (29%) waardoor het op dit moment niet voor de hand ligt dat D66 nog veel kiezers uit het centrum naar zich toe weet te trekken.

Conclusie
Nog maar weinig kiezers weten zeker waar hun stem naartoe zal gaan in november. De onzekerheid is het grootst in het politieke midden. Daar lijkt men vooral te wachten op wat Pieter Omtzigt gaat doen. Als hij daadwerkelijk met een eigen partij zal meedoen is de kans aanwezig dat hij een groot deel van deze groep voor zich zal winnen.

Wat Omtzigt gaat doen weet nu nog niemand. Het is mogelijk dat hij niet deel zal nemen of slechts in een beperkt aantal kieskringen. In dat geval zal de zwevende middenkiezer op zoek moeten naar een alternatief. Het is goed mogelijk dat VVD, PvdA/GL en BBB dan aantrekkelijk worden. Deze partijen staan er vooralsnog immers goed voor in de peilingen waardoor er een driestrijd zou kunnen ontstaan. Bovendien worden Yesilgöz en Timmermans door substantiële delen van de groep middenkiezers betrouwbaar geacht als premier. Voor Van der Plas geldt dit in iets mindere mate. Het zal voor BBB nog een uitdaging om een premierskandidaat te vinden die hier beter op wordt beoordeeld. Als zij het toch zelf gaat doen zal het ook niet eenvoudig worden om kiezers te overtuigen van haar competentie, onder andere omdat zij onlangs zelf aangaf liever geen premier te worden.

Het duurt nog ruim drie maanden voordat we daadwerkelijk naar de stembus mogen. Een ding is echter zeker: het belooft een spannende verkiezingscampagne te gaan worden.

Onderzoeksverantwoording
De dataverzameling voor dit onderzoek vond plaats van vrijdag 14 tot en met maandag 17 juli 2023. In totaal werkten 2.736 Nederlanders van 18 jaar of ouder mee aan dit onderzoek. I&O Research voerde dit onderzoek uit op eigen initiatief. Er is geen opdrachtgever.

Het grootste deel van de steekproef (n=2.533) is afkomstig het I&O Research Panel, 203 respondenten deden mee via PanelClix. De respondenten die via PanelClix deelnemen zijn allen Nederlanders met een niet-westerse migratieachtergrond. De onderzoeksresultaten zijn gewogen op geslacht, leeftijd, regio, opleidingsniveau en stemgedrag bij de Tweede Kamerverkiezingen in maart 2021. De weging is uitgevoerd conform de richtlijnen van de Gouden Standaard. Hiermee is de steekproef representatief voor de kiesgerechtigde Nederlandse inwoners (18+), voor wat betreft deze achtergrondkenmerken.

We vertellen u graag nog veel meer over Ipsos I&O.


Neem contact op

afbeelding

Asher van der Schelde

Onderzoeker

Willen weten...
Herkent u zich daarin? Schrijf u in voor onze nieuwsbrief

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.